Good governance: cultuur en waardecreatie

 

De nieuwe Corporate Governance Code benoemt cultuur als specifiek aandachtspunt voor bestuur en toezichthouders. Dit is een enorme opsteker voor maatschappelijke organisaties. Het bestuur is verantwoordelijk voor cultuur, gericht op lange termijn waardecreatie en heeft de taak deze waarden vast te stellen en uit te dragen door voorbeeldgedrag. Met deze bepaling kiest de commissie die de nieuwe code publiceert voor cultuur als zijnswaarde.

 

Betekenis van maatschappelijke organisaties

Maatschappelijke organisaties dragen bij aan onderwijs, gezondheid, veiligheid en welzijn. Ze bevorderen sociale cohesie en het vertrouwen in een samenleving. Goed onderwijs is in onze samenleving vanzelfsprekend en draagt eraan bij dat mensen zelfstandig een bestaan kunnen opbouwen. Gezondheid is ruim aanwezig en van hoge kwaliteit in publieke gezondheidszorg en ziekenhuiszorg. Voor veel mensen is gezondheid het belangrijkste wat er is, ook al dringt dat besef pas door als ongezondheid dreigt. We zijn in Nederland één van de veiligste landen ter wereld, kennen nauwelijks corruptie en kunnen de overheid vertrouwen. Sociale woningbouw biedt mensen huisvesting die daar zelf door een laag inkomen of een zorgvraag niet in kunnen voorzien. De jeugd in Nederland behoort tot de gelukkigste ter wereld en als het even minder gaat, is er steun en aandacht vanuit jeugdzorg. Ook het welzijn in Nederlands is hoog. Welzijn draagt bij aan gezondheid en aan het gevoel dat je ergens bij hoort en er niet alleen voor staat. Maatschappelijke organisaties hebben een hoge spelambitie in het creëren maatschappelijke meerwaarde.

 

Complex en dynamisch speelveld

Maatschappelijke organisaties kennen vaak een rijke historie die doorwerkt in het heden. Ze functioneren in een spanningsveld tussen overheid, markt en gemeenschap waarbij voortdurend veranderingen optreden in de eisen van de overheid, de positie in de markt en de belangen en eisen vanuit de gemeenschap. De dagelijkse werkelijkheid van maatschappelijke organisaties is complex door de ingewikkelde vraagstukken waarmee ze zich bezig houden en omdat het vrijwel altijd gaat om diensten die door, voor en met mensen worden verleend. De maatschappelijke context is dynamisch door de hoeveelheid belanghebbenden en de waardenconflicten die daaruit voorkomen. Bovendien is de omgeving turbulent vanwege de snelle ontwikkelingen in economie, technologie en maatschappij die nauwelijks voorspelbaar zijn. Dit roept de vraag op hoe maatschappelijke organisaties hun meerwaarde zichtbaar kunnen maken en zich kunnen positioneren in de spanningsdriehoek tussen overheid, markt en gemeenschap.

 

Zijnswaarde

De complexiteit en dynamiek van de omgeving verlangt van maatschappelijke organisaties dat ze kunnen balanceren tussen stabiliteit, continuïteit en vernieuwing. Het expliciteren van de betekenis van een maatschappelijke organisatie en het formuleren van een toekomstvisie kan helpen. Het gaat bij het creëren van maatschappelijke waarde en het ontwikkelen van een toekomstvisie om het expliciteren van de zijnswaarde of de identiteit van de organisatie. In de zijnswaarde gaat het om vier samenhangende invalshoeken die samen vorm geven aan waardencreatie.

 

Betekenis

Bij de betekenis gaat het allereerst om de maatschappelijke betekenis van de organisatie. In dit verband wordt ook wel gesproken over de missie van de organisatie. De missie beschrijft de essentie van de organisatie. Het gaat niet om het doel, maar om de bedoeling. Relevante vragen zijn dan: welke rol willen wij in de samenleving vervullen, wat is de essentie van wat we doen, wat is onze identiteit en hoe willen we dat anderen ons zien, voor wie willen we er zijn, welke activiteiten passen wel en niet in onze missie? Deze vragen beantwoorden is niet eenvoudig als het gaat om een unieke, realistische en ingetogen betekenis die bijdraagt aan de identiteit en maatschappelijke betekenis van de organisatie en die het mogelijk maakt dat externe groepen zich ermee kunnen verbinden en de organisatie erop kunnen aanspreken.

 

Waarden

Bij waarden van maatschappelijke organisaties valt te denken aan de maatschappelijke waarde die ermee gerealiseerd wordt, maar ook aan de professionele waarden en culturele kernwaarden. De maatschappelijke waarde definieert wat de organisatie aan waarde creëert voor de maatschappij en haar burgers. Het gaat in eerste instantie om moeilijk grijpbare behoeften van burgers zoals gezondheid, kwaliteit van leven, fysieke en sociale veiligheid, toekomst bieden, thuis geven, verzorging, welzijn, rust. Vervolgens gaat het om een toespitsing op de producten, diensten, concrete resultaten en maatschappelijke effecten voor de doelgroepen in het publieke domein waarmee de organisatie zich verbindt. Voor concretisering van maatschappelijke waarde kiezen steeds meer maatschappelijke organisatie voor een betekenisvolle dialoog tussen mensen van de organisatie, betrokken financiers, beleidsbepalers, belangengroepen en doelgroepen. Professionele waarden zijn principes die richting geven aan het gedrag van professionals die zich bij de organisatie hebben aangesloten.

 

Kwaliteiten

Reputatie en vertrouwen zijn essentiële kenmerken voor maatschappelijke organisaties. Als het ontbreekt aan vertrouwen komt de legitimiteit van haar bestaan onder druk te staan. Zonder reputatie zullen burgers alternatieven zoeken om in hun behoeften te voorzien. Dan komt de continuïteit in gevaar. Als geen kwaliteit wordt geleverd is de kans groot dat de organisatie in opspraak komt waarna ze vervolgens haar reputatie en legitimiteit verliest. Voor bestuurders is het behoud van reputatie en vertrouwen een relevant aandachtspunt. Crisissituaties en negatieve media-aandacht vereisen snel en adequaat handelen waarbij de betekenis, de maatschappelijke waarde en de professionele waarden voorop worden gezet.

Specifieke kennis en ervaring kan bijdragen aan de reputatie en de onderscheidende kwaliteit van maatschappelijke organisaties. We zien dit bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg waar specifieke kennis en ervaring in autisme of eetstoornissen bijdraagt aan de reputatie van een instelling. Hierdoor worden doorverwijzingen gegenereerd waardoor als vanzelf meer kennis en ervaring ontstaat. Door focus op specifieke kennis en ervaring wordt een unieke positie ingenomen en kunnen gericht fondsen worden aangesproken, onderzoek worden ingericht en investeringen worden gedaan die de positie versterken.

 

Strategische positionering

De strategische keuze is afhankelijk van de betekenis en identiteit van de organisatie, de maatschappelijke en professionele waarden en de kwaliteiten van de organisatie. De strategische keuze is ook afhankelijk van de relatie met belanghebbenden en de mogelijkheid van allianties met partnerorganisaties. In navolging van Mouwen gaat het bij een strategische visie om:

  • De gewenste toekomstige staat van de organisatie en de doelen die de organisatie wenst na te streven;
  • De externe ontwikkelingen waarmee de organisatie te maken heeft en op welke wijze hiermee wordt omgegaan;
  • De gewenste perceptie op de organisatie door belanghebbenden en de samenleving;
  • De maatschappelijke betekenis van de organisatie en de daaruit voorkomende concrete ambities en de specifieke ontwikkelingsrichtingen voor de organisatie;
  • Het kwaliteitsniveau en de concrete afbakening van de activiteiten en de daaraan gerelateerde werkprocessen;
  • De wijze waarop de activiteiten worden gefinancierd en de wijze waarop de activiteiten en maatschappelijke bijdragen worden verantwoord.

 

Onlangs verschenen:  “Veranderen van Maatschappelijke Organisaties”. Op 21 maart is het congres “Veranderdynamiek” gewijd aan het veranderen van maatschappelijke organisaties.

Omslag definitief

Lees meer

Spel om de macht

Dagelijks ervaren we dat in ons werk lang niet alles harmonieus verloopt.
Spanningen zijn voelbaar en conflicten liggen op de loer. Wat te doen?

 

Harmonie en strijd

Vanuit de organisatiekunde wordt vaak betoogt dat het in organisaties harmonisch toe zal gaan als er maar een robuuste missie en een heldere visie is waar mensen zich achter kunnen scharen. Een krachtige en inspirerende helpt dan om alle neuzen één kant op te krijgen en die visie waar te maken. Vanuit de bestuurskunde wordt een beeld geschetst dat er bij maatschappelijke organisaties sprake is van strijd om het beleid. Meerdere partijen met een verscheidenheid aan motieven, ideologieën en doeleinden wedijveren om eigen belangen. De neuzen staan verschillende kanten op. Een leider helpt hoogstens om de boel te sussen. Deze twee invalshoeken doen me denken aan een klassiek onderscheid tussen partijen en systeemmodel van Cor Lammers.

 

Partijenmodel

 

Systeemmodel

 

Wat is de voornaamste
eenheid van analyse?
Deelgroeperingen met eigen belangen en doeleinden De organisatie als geheel met bepaalde functionele vereisten.
Hoe duurzaam wordt een organisatie geacht te zijn? Labiel verband; hooguit een belangengemeenschap, een coalitie Stabiel verband, met inherente krachten tot zelfhandhaving
Welke drijfkrachten
worden benadrukt?
Dwang- en lokmiddelen Norm- en saamhorigheidsbesef
Van welk mensbeeld
gaat men uit?
Een koel-berekend, op eigenbelang gericht wezen Een sociaal wezen gericht op het
organisatiebelang
Wat is de gevoelstoon
van de analyse?
Cynisch-realistisch Idealistisch

 

Dynamiet in sociale systemen

Cor Lammer was een inspirerende organisatiesocioloog met veel humor en prachtige verhalen. Hij was één van mijn leermeesters tijdens mijn studie. Een andere leermeester was Maud Mulder. In zijn colleges Spel om de macht deelde hij inzichten hoe boven- en ondergeschikten elkaar klem kunnen zetten. René van der Vlist leerde me van alles over dynamiek in sociale systemen. Als studenten noemden we zijn werkgroepen Dynamiet in sociale systemen omdat we vonden dat dit de werkelijkheid beter weergaf. We hebben daaraan veel plezier beleefd. Politiek en machtsdynamiek in organisaties hebben me altijd gefascineerd, mede dank zij deze leermeesters. Inmiddels weet ik dat organisaties zowel elementen hebben van het partijenmodel als het systeemmodel. De spanning tussen deze twee modellen leidt tot een intrigerende machtsdynamiek waarbij de vraag is hoe we die uit kunnen houden.

 

Macht en invloed in verandering

Om de werking van organisaties te kunnen begrijpen is het onderkennen van macht en invloed onontbeerlijk. Bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken zijn bijna altijd meer organisaties betrokken die opvattingen hebben over de aard van de problematiek en mogelijke oplossingen. De kans is groot dat de betrokken organisaties het niet eens zijn met de probleemanalyse en andere oplossingen voorstellen. Dit kan een veranderingsproces lastig maken. In veranderingsprocessen zijn altijd meerdere spelersgroepen betrokken die elkaar proberen te beïnvloeden. Om organisatieveranderingen te begeleiden is het nodig te beseffen welke spelers er rondom en binnen een organisatie meespelen, welke belangen en machtsmiddelen ze hebben en welke spelpositie ze innemen.

 

Spelers rondom organisaties

Elk veranderingsproces kent spelers die van buiten de eigen organisatie invloed uitoefenen op het veranderingsproces. Bij maatschappelijke organisaties kan het gaan om politieke besluitvormers, beleidsambtenaren, ketenpartners, tegenstrevers, klanten, burgers, toezichthouders. Ook wordt vaak invloed uitgeoefend door branche-, koepel- en beroepsorganisaties en door vakbonden en werkgeversorganisaties. Dikwijls spelen ook de media een rol van betekenis. Juist bij maatschappelijke organisaties is er sprake van een toenemende dynamiek op het speelveld en in de verhoudingen tussen de spelers. Rolverschuivingen en mogelijke rolconflicten liggen op de loer. Er zijn meer spelers die mee willen doen en het spel wordt harder gespeeld.

 

Machtsdynamiek in organisaties

Ook binnen organisaties neemt de dynamiek tussen de spelers toe. Het meest in het oog springt de spanning tussen bestuurders, managers en professionals. Ondernemingsraden, cliëntenraden en raden van toezicht spelen in veranderingen hun eigen rol. Verwarring en zelfs onenigheid tussen de interne spelers kan ontstaan door verschillende probleempercepties, belangenconflicten, complexe besluitvorming over oplossingsrichtingen en onenigheid over de aanpak en het tempo van de veranderingen. Veel voorkomende spanningen in organisaties betreffen verschillen in professionele werkculturen, conflicterende waarden, ingesleten omgangsvormen, verhoudingen die niet bespreekbaar zijn, en gestolde probleemdefinities die geen ruimte laten voor nieuwe ideeën en oplossingsrichtingen.

 

Machtsdynamiek hanteerbaar maken

Om de machtsdynamiek hanteerbaar en productief te maken zijn verschillende methodieken beschikbaar. De essentie van deze methodieken is beginnen met het verkennen van vraagstukken, ambities, spelersgroepen en belangen. Deze verkenning draagt bij aan een analyse van het speelveld, de spelpatronen en de spelersgroepen met hun belangen en machtsmiddelen. Op basis van deze analyse kan een besluitvormingsproces worden ingericht waarbij rekening wordt gehouden met het belang en de mate van invloed van de spelersgroepen bij het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problematiek. In dit besluitvormingsproces gaat het om uitwisselingen en onderhandelingen over betekenissen, waarden en werkelijkheidsdefinities. Als probleemdefinities zijn onderkend, worden spelersgroepen uitgenodigd mee te denken over oplossingen en mee te doen in een veranderingsproces om vernieuwingen te realiseren en resultaten te behalen.

 

Eind januari 2017 verschijnt van Jaap Boonstra het boek “Veranderen van Maatschappelijke Organisaties”. Op 21 maart is het congres “Veranderdynamiek” gewijd aan het veranderen van maatschappelijke organisaties.

Omslag definitief

Lees meer

“If you can’t stand the heat…. ”

 

Maatschappelijke organisaties zijn bijzonder en er zijn er veel van. Wat maakt het veranderen van maatschappelijke organisaties zo fascinerend?

Dagelijks hebben we te maken met maatschappelijke organisaties en de diensten die ze ons bieden. Daarmee hebben ze een grote impact op ons leven en welzijn. Denk bijvoorbeeld aan kraamzorg, scholen, ziekenhuizen, welzijnsinstellingen, universiteiten, woningcorporaties, busondernemingen, uitkeringsinstanties, musea en uitvaartcoöperaties. Van de wieg tot het graf worden we omringd door maatschappelijke organisaties.

Nederland kent in vergelijking met het buitenland veel organisaties in de non-profit sector. Het totale aandeel in de werkgelegenheid is circa 30% van de totale werkgelegenheid in Nederland. In de sector gaat circa 130 miljard Euro om. Dat is ongeveer een kwart van het Bruto Binnenlands Product. Merkwaardig eigenlijk dat er zo weinig boeken zijn verschenen over het veranderen van maatschappelijke organisaties.

Maatschappelijke organisaties richten zich op het creëren van maatschappelijke waarde en dragen bij aan maatschappelijk welzijn. De organisaties hebben geen winstoogmerk. Burgers stellen steeds hogere eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening van deze organisaties, of ze nu leerling, patiënt, cliënt, student, bewoner, reiziger, ontvanger of bezoeker zijn. Maatschappelijke organisaties kennen een grote veranderdrukte.

Maatschappelijke organisaties bevinden zich in een spanningsveld tussen overheid, markt en gemeenschap. Ze spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen en veranderen voortdurend. Het ontwikkelen van een strategische koers is niet eenvoudig omdat deze organisaties functioneren in een meervoudige en complexe context die zich kenmerkt door:

  • Een lange historie die vaak nog doorklinkt in de hedendaagse missie en de waarden van de organisatie. De rijke traditie draagt bij een krachtige en weerbarstige werkculturen en ingesleten spelpatronen.
  • Wisselende positionering in het spanningsveld tussen overheid, markt en gemeenschap met sterk wisselende invloeden vanuit deze sferen en de publieke opinie. Het speelveld is vaak chaotisch.
  • Hoge mate van complexiteit door ontwikkelingen in economie, politiek, ecologie, technologie en op demografisch en sociaal-cultureel terrein. Het speelveld is complex.
  • Wisselende invloeden vanuit bestuur op lokaal, regionaal, landelijk en Europees niveau die spanningen kennen. Vaak speelt de overheid meerdere rollen die niet altijd sporen. Het humeur van de spelers is daardoor onvoorspelbaar.
  • Veel turbulentie door een diversiteit aan externe partijen met verschillende culturen en opvattingen die verschillende en vaak tegengestelde belangen nastreven. Het spelersveld is conflictueus en tumultueus.
  • Een algemene missie en een weinig specifieke toekomstvisie met beoogde resultaten die niet eenduidig meetbaar zijn. De spelambitie is daardoor niet altijd helder.
  • Hybride sturing en financiering door meerdere opdrachtgevers, afnemers en financiers die allemaal hun eigen eisen stellen aan uitvoering en verantwoording. De spelregels zijn niet altijd duidelijk.
  • Een hoge mate van autonomie van professionals in het primaire werkproces met lastig meetbare bijdragen en resultaten. De spelbedoeling is diffuus.
  • Beperkte strategische ruimte om eigen keuzen te maken in marktpositionering, aangeboden diensten, doelgroepen en tarieven. De speelruimte is beperkt.

Het veranderen van maatschappelijk organisaties is fascinerend. Het spelersveld rondom maatschappelijke organisaties is turbulent door de grote hoeveelheid spelers die allemaal wel ergens iets van vinden, invloed uitoefenen en hun eigen belang nastreven. De spelpatronen zijn diep ingesleten en lastig te veranderen. Het speelveld is dynamisch omdat spelregels voortdurend wijzigen, de doelen verplaatst worden en de lijnen verschuiven. Als er al een scheidsrechter is, fluit die maar wat raak, meer om zichzelf te horen dan om het spel te reguleren. Het publiek kijkt toe, laat hun stem horen en trapt af en toe een balletje mee.

Hoe realiseer je veranderingen als het speelveld voortdurend wijzigt, spelers tegenover elkaar staan, de doelen verschuiven en spelregels fluïde zijn? Zonder besef van de eigen bestaansgrond lukt het zeker niet. De kunst is om wendbaar te zijn zonder de kern te verliezen, en innovatief te zijn zonder de continuïteit van de dienstverlening op het spel te zetten. Het kiezen van richting is onzeker en het zoeken naar een balans tussen stabiliteit en vernieuwing is spannend. Het lijkt op koorddansen voor een groot publiek waarbij het onzeker is of er een vangnet aanwezig is. Samenspel in verandering is niet vanzelfsprekend en niettemin nodig om resultaat te behalen. Deze complexiteit en dynamiek maakt veranderprocessen in maatschappelijke organisaties uiterst fascinerend. En gevaarlijk. Veranderen van maatschappelijke organisaties is niet voor bangeriken. Harry Truman zei het al: “If you can’t stand the heat, get out of the kitchen

 

Begin volgend jaar verschijnt van Jaap Boonstra het boek “Veranderen van Maatschappelijke Organisaties”. Op 21 maart is het congres “Veranderdynamiek” gewijd aan het veranderen van maatschappelijke organisaties.

 

Omslag definitief

Lees meer

ABC voor verandermanagement

Bestaat er een ABC voor het succesvol veranderen van organisaties?

Stel je voor. Met een ABC van veranderen zouden klanten beter geholpen worden. Managers zouden minder kopzorgen hebben. Medewerkers zouden enthousiast zijn over de verandering en bij dragen aan veranderingen in hun eigen werk. Stel je voor….

Helaas verlopen veel veranderingen in organisaties minder voorspoedig. Klanten merken er weinig van, managers hebben het gevoel dat de verandering niet verder komt en medewerkers geloven het allemaal wel. Het ontbreekt aan een heldere visie. Vaak zitten machtspelletjes de verandering in de weg en gedragsverandering blijkt weerbarstig. Veranderen gaat niet vanzelf. Maar stel je voor….

Stel je voor dat medewerkers en managers met klanten in gesprek gaan over hun wensen en behoeften en daar serieus werk van maken. Dat medewerkers en managers samen de toekomst verbeelden en een veranderroute uitzetten. Dat weerstand wordt gezien als een uiting van betrokkenheid. Dat iedereen kan bijdragen aan het succes van de verandering en dat alle betrokkenen samen het succes van de veranderingen kunnen vieren. Stel je voor….

En stel je voor dat veranderingen volgens een vast stramien verlopen met een eenduidige veranderstrategie en een vaste volgorde van activiteiten.  Dat je in zeven stappen je doel bereikt. Dat zou pas makkelijk zijn. Dat iedereen zijn rol kent en dat managers niet krampachtig proberen om anderen te veranderen. Stel je voor dat de visie voor veranderen voor iedereen helder is en dat je een checklist kunt gebruiken om succesvol te zijn. Dit is natuurlijk een niet realistisch wensbeeld, maar stel je voor….

Droom maar lekker verder. Een ABC voor veranderen bestaat niet. Dat is de ongemakkelijke werkelijkheid. Elke verandering is anders. Er is ook geen beste manier voor veranderen. De meeste veranderingen verlopen niet planmatig maar uiterst rommelig. Die rommeligheid is prima zolang mensen inspelen op onverwachte gebeurtenissen en daarbij de weg niet kwijtraken. Een diepgaande verandering kost moeite en is de moeite waard. Elk veranderproces kent onverwachte gebeurtenissen. Dat maakt het leuk en lastig soms.

Hoe kunnen we veranderen leuk en spannend maken? Het handzame boekje “Het ABC van verandermanagement” dat is samengesteld door Pierre Pietersen van Managementboek kan uitnodigen om onze eigen opvattingen over veranderprocessen onder de loep te nemen. Concepten die in dit boekje worden beschreven kunnen ons helpen om zorgvuldig een veranderaanpak te kiezen die past bij de situatie waarin we ons begeven en bij onszelf. De ervaringen en verhalen in de tekst genereren ideeën die behulpzaam kunnen zijn bij veranderingen die we nastreven. Dit boekje daagt ons uit om samenwerking te zoeken en weerstand te benutten in plaats van te bestrijden. En als je dit boekje leest als een bron van reflectie, kennis en inspiratie, dan kan zelfs de opgenomen checklist in dit ABC van veranderen bijdragen aan een succesvol veranderproces.

 

9789089591258-240x300

Lees meer

Wat maakt een goede leider?

Denkt u eens terug aan uw professionele loopbaan en aan iemand die voor u echt een leider was. Wat maakte deze person dan voor u tot een echte leider? Als u deze vraag voor uzelf beantwoordt, komen vast termen voorbij als:
– inspirerend, visionair
– wist wat er speelde binnen en buiten de organisatie
– gaf ruimte en vertrouwen
– communicatief sterk
– gericht op verandering
– wist mensen mee te krijgen en te motiveren
– had aandacht, kon goed luisteren
– was gericht op resultaat en liet anderen in dit resultaat delen
– eerlijk, integer, betrouwbaar.

Dat zijn natuurlijk allemaal prachtige eigenschappen. Deze eigenschappen reflecteren de kernelementen die we hiervoor hebben genoemd. Maar als u nog eens terugdenkt aan die leider, wat waren dan de irritante eigenschappen van deze persoon? De kans is groot dat dezelfde persoon ook aan aantal minder positieve eigenschappen had, zoals:
– eigenzinnig
– overtuigd van zichzelf
– een eigen visie en zin doordrijven
– wispelturig
– machtsbelust
– ongeduldig
– ijdel

Leiders hebben vele kanten en het zijn zeker geen engelen met alleen goede eigenschappen. Daarom is het goed om als leider regelmatig in de spiegel te kijken en jezelf af te vragen wat je minder positieve eigenschappen zijn. Goede leiders onderscheiden zich van minder goede leiders doordat goede leiders zich openstellen voor feedback op hun functioneren en altijd op zoek zijn naar eerlijke feedback waarmee ze hun functioneren kunnen verbeteren. Mag ik u nog een vraag stellen? Hoe vaak staat u stil bij uw kwalijke eigenschappen en hoe vaak vraagt u actief om feedback aan anderen met het oogmerk om uzelf te verbeteren?

Er is veel onderzoek gedaan naar kenmerken van goede leiders. Hiervan wil ik graag een samenvatting geven. Henry Mintzberg stelt dat de wereld van hedendaagse leiders gecompliceerd en verwarrend is. Om betekenis te geven aan deze complexiteit pleit hij ervoor om als leider vijf perspectieven te hanteren.

Het gaat allereerst om een wereldwijde kijk. Openstaan voor wat er in de wereld gaande is met oog voor vele gebeurtenissen en de variaties daarin. Het is onvoldoende om te weten wat er globaal en lokaal speelt. Het gaat er om aandacht te hebben voor unieke lokale gebeurtenissen en specifieke acties. Om oog te hebben voor verschil om juist daarop te kunnen inspelen. Deze wereldwijde blik gaat samen met omgevingsbewustzijn.

Ten tweede gaat het er om oog te hebben voor relaties en samenwerking. In de huidige organisatiepraktijk is samenwerking in toenemende mate belangrijk. Het gaat niet alleen om de samenwerking tussen leiders en volgers of tussen verschillende professionals op afdelingen, het gaat ook om samenwerking tussen organisaties, om samenwerking in allianties en netwerken. Bij deze nieuwe vormen van samenwerking gaat het om collegialiteit, het kunnen omgaan met verschil. Vertrouwen in jezelf en de ander is essentieel.

Het derde perspectief betreft een analytische kijk op complexe vraagstukken om complexiteit te kunnen analyseren, de dynamiek te begrijpen en om na te gaan hoe die dynamiek aangepakt kan worden door de complexiteit uiteen te rafelen. Een goede analyse is meestal de helft van het werk. Door het delen van de resultaten van je analyse ontstaat er een zekere rust en creëer je een gemeenschappelijk begrip en een vertrekpunt om problemen aan te pakken. Het gaat daarbij om harde gegevens en om zachte gebeurtenissen die lastig te duiden zijn. Een zorgvuldige analyse staat aan de basis van het vierde perspectief: een kijk op veranderprocessen.

Een bewuste kijk op veranderprocessen betekent niet het ongericht mobiliseren van de aspiraties en motivaties van alle mensen in de organisatie. Het gaat om het weloverwogen op gang brengen van een verandering. Deze kijk betreft het formuleren van de aanleiding en de ambitie voor de verandering, het inschatten van de aard en impact van de verandering, de gewenste richting, de meest passende veranderstrategie, de benodigde interventies en de mensen die voor deze verandering nodig zijn om er een succes van te maken. Het gaat om veranderingsbewustzijn. Veranderingsbewustzijn draagt bij aan sensitiviteit wat mensen beweegt en aan betrokkenheid en zelfverzekerdheid.

De vijfde invalshoek is een reflectieve kijk op wat er gaande is en je eigen rol daarin. Het gaat om het nemen van rust en afstand om terug te kijken op je ervaringen en je eigen gedrag. Doordacht reflecteren betekent dat je kijkt naar doorlopende ervaringen en patronen die zich daarin voordoen. Hier past de vraag hoe het komt dat je iedere keer in een situatie verzeilt raakt die je niet ligt. Of wat de kracht is in de successen die je hebt geboekt. Een reflectieve kijk gaat over zelfkennis en het draagt hij aan zelfvertrouwen en een lerend vermogen.

Deze perspectieven op leiderschap leiden tot vijf vragen over uw eigen leiderschap:

  • Hoe open staat u voor ontwikkelingen in uw omgeving, bent u in gesprek met klanten, begeeft u zich op onbekende terreinen en betreedt u nieuwe culturen?
  • Hoe verkleint u de afstand tussen u zelf, uw collega’s en uw medewerkers. Wat weet u eigenlijk van hen? Hoe open en toegankelijk bent u en hoeveel tijd ruimt u in voor onverwachte gesprekken? Hoe vaak geeft u positieve feedback aan anderen?
  • Hoe veel rust en tijd neemt u om lastige situaties te analyseren en hoe betrekt u andere perspectieven daarin. Hoeveel ongemakkelijke gezichtspunten staat u toe?
  • Hoeveel tijd besteedt u aan het zorgvuldig achterhalen en formuleren waarom een verandering nodig is. En hoeveel tijd neemt u om een visie op de toekomst te formuleren? Hoe maakt u een keuze voor een veranderstrategie en passende interventies en hoe betrekt u anderen in het veranderproces?
  • Hoe vaak neemt u de tijd om in rust terug te kijken op uw loopbaan, op uw successen en uw gedragspatronen. Hoe vaak vraagt u feedback aan anderen om uw functioneren te verbeteren?

 

Lees meer

7 misvattingen over leiderschap

Er bestaan veel misvattingen over leiderschap. Het opruimen van deze misvattingen kan helpen om zelf de leiding te nemen en uw leiderschap verder te ontwikkelen.

De eerste misvatting is dat leiders helden zijn die een bedrijf redden. Leiderschap wordt vaak geassocieerd met daadkrachtige en dynamische personen die bedrijven redden, overwinningen behalen en de loop van de geschiedenis veranderen. De leider als held komt in veel mythen, legenden en verhalen terug. Maar leiders zijn lang niet altijd de helden die een organisatie redden. Natuurlijk zijn er topmanagers die een bedrijf er bovenop helpen, maar dat doen ze nooit alleen. Het gaat om het organiseren van samenspel om vernieuwing mogelijk te maken. Natuurlijk zijn daar initiatiefnemers voor nodig. Maar het initiatief voor verandering kan overal liggen, bij leidinggevenden, professionals, medewerkers of zelfs bij betrokken klanten.

Een tweede misvatting is dat leiders mensen zijn die een toppositie bekleden. Het idee bestaat dat je leiders vooral tegenkomt in de top van een bedrijf. Meestal zijn dat mannen van stavast. De gedachte dat leiders een toppositie bekleden, komt voort uit een klassiek denken over organiseren. In dit denken ligt de nadruk op hiërarchische posities en regels. De formele rol en status van mensen is dan belangrijk. Het is onzin dat leiders synoniem zijn aan topmannen. Het zou betekenen dat andere mensen geen leiderschap kunnen tonen. Het tegendeel is waar. Bij initiatieven voor vernieuwing zijn vaak informele leiders betrokken met een uitgebreid netwerk binnen en buiten de organisatie. Deze informele leiders zorgen voor verspreiding van innovatieve praktijken. Dit betekent niet dat topmanagers onbelangrijk zijn in vernieuwingsprocessen. Ze spelen vaak een rol in de vorming van de identiteit van een bedrijf en ze kunnen ruimte maken voor vernieuwing. Maar echte vernieuwing start meestal bij informele netwerkleiders die gaan experimenteren.

De derde misvatting is dat je pas echt kunt gaan leidinggeven als je aan de top zit. Veel managers die de top van de hiërarchie hebben bereikt, ontdekken al snel dat hun rol anders is dan ze zich hadden voorgesteld. Veel topmanagers worden overrompeld door de hoeveelheid externe contacten en de eisen die aan hen worden gesteld. Het blijkt onmogelijk om alle facetten van de onderneming te overzien en bij alle beslissingen betrokken te zijn. Bovendien is het voor topmanagers niet eenvoudig om aan betrouwbare informatie te komen. Alle informatie die de top bereikt, is gefilterd, soms met de beste bedoelingen en soms met minder goede bedoelingen. De manager in de top van een bedrijf heeft zonder twijfel de meeste formele macht in de organisatie. Maar hoe meer macht je hebt, hoe moeilijker het is om die te gebruiken. Het gebruik van macht duidt meestal op het falen van topmanagers om hun strategische visie helder te communiceren en taken te delegeren.

Nog zo’n misvatting: je hebt leiders en je hebt volgers. In de traditionele opvatting gaat het bij leiderschap om het beïnvloeden van het gedrag van volgers in een gewenste richting en het richten van volgers op de doelen van de organisatie. Veel theorieën gaan over eigenschappen van leiders, welk gedrag ze vertonen en wat leiders effectief maakt. De laatste jaren is er ook aandacht voor het gedrag van volgers. Boeiend vind ik het inzicht dat volgers effectiever zijn als ze zich onafhankelijk opstellen van leiders en zelf een actieve rol kiezen. Volgers kunnen een leidende rol nemen en ze kunnen de leidende rol van anderen ontkrachten. Het gaat bij leiderschap om een samenspel tussen leiders en volgers waarbij leiders in veel gevallen de leiding maar beter kunnen weggeven aan anderen.

Een vijfde misvatting is dat managers en leiders verschillende type mensen zijn en dat ze in verschillende werelden leven. Managers doen dan de dingen goed doen en leiders doen de goede dingen. Als je het zo stelt, is het niet verbazingwekkend dat veel mensen ambiëren om een inspirerend leider te zijn en weinig mensen nog een goede manager willen zijn. De werelden van leiders en managers zijn echter niet gescheiden. De wereld van leiders en managers vallen samen in het streven om een organisatie financieel gezond en toekomstgericht te houden. Het besturen van een organisatie vereist niet alleen inspirerend leiderschap maar ook hoogwaardige managementvaardigheden.

In veel managementboeken lees je dat het nodig is om urgentiebesef te creëren voordat mensen willen veranderen. Dit is echt een misvatting. Natuurlijk, als een bedrijf in crisis verkeert, is het zaak om open en eerlijk te vertellen hoe het er voor staat. Leiders zullen een crisis altijd aangrijpen om veranderingen door te voren. Maar een interessante vraag is waarom de crisis niet is voorzien? Wellicht zijn omgevingssignalen niet opgevangen of zijn de interne systemen niet onder controle. Dat duidt dan toch meer op falend leiderschap. Een crisis kan een aanleiding zijn voor een verandering, maar het is geen voorwaarde voor verandering. Een duidelijke ambitie en een visie op de toekomst is dat wel. Het gaat bij veranderen niet om het organiseren van een crisis, maar om het organiseren van verlangen.

Het is een wijdverspreide misvatting dat je leiding geeft aan anderen. Leiding geef je vooral aan jezelf. Het is de kunst om je ego in toom te houden en je niet tot held te laten maken. Leiders geven leiding aan zichzelf door stil te staan bij de eigen levensloop. Welke mensen, gebeurtenissen en plaatsen hebben je gevormd tot wie je bent? Welke overtuigingen zijn hieruit ontstaan? Effectieve leiders organiseren eerlijke feedback over zichzelf. Ze vragen anderen in hun omgeving wat ze goed hebben gedaan, wat behulpzaam was voor anderen, wat ze beter achterwege kunnen laten en wat ze voortaan beter anders kunnen doen. Succesvolle leiders zijn continu op zoek naar manieren om zichzelf te leren kennen en zichzelf te verbeteren.

We hebben nu zeven misverstanden over leiderschap uit de weg geruimd. Leiders zijn niet de helden die de organisatie redden en leiders vind je niet alleen in de top van een organisatie. Iedereen in een organisatie kan initiatief nemen, betekenis geven aan gebeurtenissen of een vernieuwing op gang brengen. Het is dan ook een illusie dat je pas leiding kunt geven als je een toppositie hebt bereikt. Ook het onderscheid tussen leiders en volgers blijkt een fictie. Mensen in de uitvoering kunnen de leiding nemen in vernieuwingsprocessen en formele leiders kunnen daarin volgend zijn. Leiders en managers zijn geen verschillende type mensen en ze leven ook niet in verschillende werelden. Om veranderingen op gang te brengen is urgentie geen noodzaak. Een inspirerend toekomstbeeld is dat wel. Tot slot geef je leiding niet alleen aan anderen, maar vooral ook aan jezelf.

 

Lees meer

Leiderschap. Wat is dat eigenlijk?

 

Er bestaan heel veel definities van leiderschap. Een klassieke definitie van leiderschap is het beïnvloeden van anderen om hen iets te laten doen wat ze uit zich zelf niet zouden doen. In een andere definitie van leiderschap gaat het om de mogelijkheid om sancties te gebruiken om daarmee de uitkomst van een interactieproces te beïnvloeden. In deze opvattingen liggen macht en leiderschap heel dicht bij elkaar. Macht is altijd aanwezig in organisaties. Veel leiders gebruiken macht om dingen voor elkaar te krijgen. Dat kan gaan om positionele macht, zoals straffen en belonen of het geven van bevelen. Maar meestal gaat het om subtielere vormen van macht, zoals het gebruik van informatie en expertise, het duiden van gebeurtenissen en het sluiten van coalities om iets voor elkaar te krijgen.

In de formele definitie van leiderschap gaat het om personen die als manager of leider zijn aangesteld en daar rechten en plichten aan ontlenen. De leider is dan primair verantwoordelijk voor het formuleren van organisatiedoelen en de manier waarop die doelen worden gerealiseerd. Deze definitie ontkent informeel leiderschap en gaat eraan voorbij dat mensen in een organisatie wel eens heel verschillende doelen kunnen hebben. Het is bovendien de vraag of er altijd wel helderheid bestaat over de doelen van een organisatie. De rol van formele leiders is niet onbelangrijk. Ze dragen bij aan duidelijke rapportagelijnen en heldere verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Formele leiders houden een organisatie op koers en zijn door externe belanghebbenden aanspreekbaar op het resultaat van de onderneming.

In de doelgerichte definitie van leiderschap gaat het om het beïnvloedingsgedrag van een individu om de activiteiten van een groep te richten op het realiseren van een gezamenlijk doel. Het gaat hier dus om de relatie van de leider met een groep volgers en de manier waarop een leider alle neuzen dezelfde kant op krijgt. Effectieve leiders formuleren dan duidelijke en aansprekende doelen en ze motiveren hun volgers om gezamenlijk aan dat doel te werken.

Dan is er nog de transactionele omschrijving van leiderschap. Het gaat nu om een ruilrelatie tussen leiders en volgers. In deze ruilrelatie vraagt de leider aan anderen om iets te doen en geeft daar iets voor terug. De meest basale ruilrelatie is loon voor werk. Maar het kan ook gaan om het doen van beloften voor het verkrijgen van steun, of om het bieden van zekerheid voor instemming met een verandering. In deze ‘voor wat hoort wat’ opvatting wordt de ruilrelatie voorgezet zolang beide partijen daar voordeel bij hebben.

Bij de transformationele definitie van leiderschap gaat het erom dat de leider anderen weet te motiveren. Dat kan bijvoorbeeld door een aansprekende visie te formuleren, door aan te sluiten bij de behoeften van volgers of door het beschikbaar stellen van hulpmiddelen waarmee mensen hun doelen kunnen realiseren. Er wordt in dit geval ook wel gesproken over charismatisch of inspirerend leiderschap. Leiderschap is hier de kunst van het verleiden.

In de definities van leiderschap vindt een verschuiving plaats van een nadruk op planning en controle naar aandacht voor visie, missie en inspiratie. Uit de definities zijn een aantal kernelementen af te leiden. Het gaat bij leiderschap altijd om de interactie tussen degenen die de leiding krijgen of nemen en degenen die bereid zijn een leider te volgen. Het gaat dus om de relatie tussen mensen en om wederzijdse invloed. Een leider die eenzijdig wil proberen om het gedrag van anderen naar zijn of haar hand te zetten, zal meestal falen. Leiderschap gaat over activiteiten die mensen samen ondernemen. Over ambities die ze delen, doelen die ze willen realiseren en dromen die ze waar willen maken. Leiderschap gaat daarom ook over het geven van betekenis aan gebeurtenissen, het creëren van zin en het vieren van succes. Het gaat om een samenspel tussen leiders en volgers. Geen enkele leider handelt autonoom. Goede leiders weten hoe ze moeten volgen en ze zetten zich ervoor in om volgers tot leiders te maken. De activiteiten en het samenspel zijn gericht op het realiseren van resultaat. Dat kunnen concrete doelen zijn of het kan gaan om het realiseren van een aanlokkelijk toekomstbeeld. Leiderschap betekent ook het realiseren van verandering. Het gaat in ieder geval niet om het handhaven van de status quo. De verandering wordt niet afgedwongen maar richt zich op het kwalificeren voor de toekomst, zonder daarbij het verleden te diskwalificeren. Het gaat om het behouden van de identiteit en dat wat waardevol is, én het vormgeven aan vernieuwing.

Als je de kernelementen samen neemt, gaat het bij leiderschap om een sociaal proces waarin een individueel lid van een groep betekenis geeft aan gebeurtenissen en samen met anderen een toekomstvisie creëert, relaties onderhoudt en samenwerking organiseert om gezamenlijk een toekomst vorm te geven. Het is boeiend dat in deze omschrijving van leiderschap iedereen een leiderschapsrol kan nemen. Zoals al eerder naar voren is gebracht: Leiderschap is niet gebonden aan een formele rol of een formele positie. Iedereen kan initiatief nemen om gezamenlijk een toekomst vorm te geven.

 

 

Lees meer

Leiding geven vanuit innerlijke kracht

Leiderschap is verbonden met verandering. Waar managers zoeken naar stabiliteit, creëren leiders beweging. Iedereen kan leider zijn door initiatief te nemen en het voorbeeld te geven. Goede initiatieven en voorbeelden vinden altijd navolging. Je staat daardoor als leider zelden alleen. Altijd ben je in verbinding met anderen die jou volgen en richting geven. Je leert jezelf beter kennen in de relatie met anderen als je tenminste bereid bent anderen als spiegel te accepteren en van hen te leren. Als leider van je eigen levenslot ben je ook in verbinding met jezelf. Het gaat dan om je innerlijke theater, je emoties, gevoelens voor anderen, je drijfveren en je angsten. Mensen die de leiding nemen kennen zichzelf en staan open voor anderen.

Er bestaan veel misvattingen over leiderschap.
De eerste misvatting is dat leiders helden zijn die een bedrijf redden. De leider als held komt in veel mythen, legenden en verhalen terug. Maar leiders zijn lang niet altijd de helden die een organisatie redden. Het gaat om het organiseren van samenspel om vernieuwing mogelijk te maken. Natuurlijk zijn daar initiatiefnemers voor nodig. Dat initiatief voor verandering kan overal liggen. Het gaat bij leiding geven aan vernieuwing om mensen die het oprecht anders willen, die hun nek uitsteken en initiatief nemen.
Een tweede misvatting is dat leiders mensen zijn die een toppositie bekleden. Het idee bestaat dat je leiders vooral tegenkomt in de top van een bedrijf. Meestal zijn dat mannen van stavast. Het is onzin dat leiders synoniem zijn aan topmannen. Het tegendeel is waar. Bij initiatieven voor vernieuwing zijn vaak vrouwen en mannen betrokken met een uitgebreid netwerk binnen en buiten de organisatie. Deze informele leiders zorgen voor verspreiding van nieuwe ideeën en innovatieve praktijken.
Een derde misvatting: je hebt leiders en volgers. In de traditionele opvatting gaat het bij leiderschap om het beïnvloeden van het gedrag van anderen in een gewenste richting. De laatste jaren is er meer aandacht voor het gedrag van volgers. Boeiend vind ik het inzicht dat volgers effectiever zijn als ze zich onafhankelijk opstellen van leiders en zelf een actieve rol kiezen. Het gaat bij leiderschap om een samenspel tussen leiders en volgers waarbij leiders in veel gevallen de leiding maar beter kunnen weggeven aan anderen.
Een vierde misvatting is dat leiders zeker zijn van zichzelf en altijd een oplossing weten. Leiders die het altijd weten ontnemen anderen de kracht om met ideeën en bijdragen te komen. Ze maken zichzelf sterk en verzwakken anderen. Echte leiders durven te twijfelen en verstaan de kunst van het niet-weten. Daarmee roepen ze hulp in en geven ze vertrouwen in de kracht van anderen. Leiders komen niet met oplossingen maar dragen bij aan de kracht van mensen in een gemeenschap om hun eigen toekomst vorm te geven.
Het is een wijdverspreide misvatting dat je leiding geeft aan anderen. Leiding geef je vooral aan jezelf. Het is de kunst om je ego in toom te houden en je niet tot held te laten maken. Leiders geven leiding aan zichzelf door stil te staan bij de eigen levensloop. Welke mensen, gebeurtenissen en plaatsen hebben je gevormd tot wie je bent? Welke overtuigingen zijn hieruit ontstaan? Effectieve leiders organiseren eerlijke feedback over zichzelf. Ze vragen anderen in hun omgeving wat ze goed hebben gedaan, wat behulpzaam was voor anderen, wat ze beter achterwege kunnen laten en wat ze voortaan beter anders kunnen doen. Succesvolle leiders zijn continu op zoek naar manieren om zichzelf te leren kennen en zichzelf te verbeteren.

Door geijkte opvattingen over leiderschap te betwijfelen, openen zich nieuwe invalshoeken. Onzekerheid wordt gezien als vernieuwende kracht en conflict als een bron van vitaliteit om op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden. Juist als het ingewikkeld is en het schuurt tussen mensen, op de plek der moeite, ontstaan nieuwe toekomstbeelden. Als stagnaties, overtuigingen en angsten besproken kunnen worden, is de doorbraak nabij. Managers durven zelden over hun angsten te praten omdat ze de overtuiging hebben dat ze sterk moeten zijn. Leiders zijn niet bang om angst te hebben en onderkennen hun angsten. Ze zijn niet bang voor confrontatie, tegenstand, gezichtsverlies of twijfel. Ze zijn bereid taboes te bespreken, ook als die over henzelf gaan. Ze zijn niettemin zelfverzekerd als het gaat om eigen waarden en ze zijn zich bewust van de persoonlijke drijfveren en de drijfveren van de mensen om hen heen. Ze begrijpen de dynamiek in de wereld waarin ze acteren en zijn bereid om hun nek uit te steken om gewoontes te doorbreken. Dat roept vanzelfsprekend onzekerheid op. Leiders verstaan de kunst om deze onzekerheid te omarmen in de zekerheid dat er iets goeds uit zal voortkomen.

Kwetsbaarheid is een belangwekkende eigenschap van leiders die willen bijdragen aan vernieuwing. Uit het delen van eigen worstelingen kunnen anderen inspiratie krijgen, zoals prachtig is verwoord in het gedicht Invictus van William Ernest Henley. In de gelijknamige film is indrukwekkend verbeeld hoe dit gedicht betekenis krijgt in het verzoenen van de bevolking van Zuid Afrika kort na het afschaffen van de apartheid. Het is de kunst van leiders om onzekerheid en kwetsbaarheid te delen en anderen te vragen om initiatief te nemen en zichzelf te overtreffen. Leiders werken niet in het systeem maar aan het systeem waarvan ze niettemin zelf deel van uitmaken. Ze creëren een context waarin anderen kunnen schitteren en kunnen bijdragen aan een waardevolle toekomst. Als je die toekomst voor ogen hebt, overwin je alle onzekerheden en ben je in staat om onvermoeibaar samen te werken aan een waardevolle wereld.

 

Invictus by William Ernest Henley

Out of the night that covers me,
Black as the pit from pole to pole,
I thank whatever gods may be
For my unconquerable soul.

In the fell clutch of circumstance
I have not winced nor cried aloud.
Under the bludgeonings of chance
My head is bloody, but unbowed.

Beyond this place of wrath and tears
Looms but the Horror of the shade,
And yet the menace of the years
Finds and shall find me unafraid.

It matters not how strait the gate,
How charged with punishments the scroll,
I am the master of my fate,
I am the captain of my soul.

Lees meer